Je zit middenin je twenties, bent sinds kort aan het werk (of staat misschien op het punt om af te studeren) en je hebt géén idee wat je aan het doen bent. Je staat op, bent de hele dag aan het werk, komt thuis en gaat weer naar bed. En dat zo’n 4 of 5 dagen in de week. Dat zelfstandige leven waar je altijd zo reikhalzend naar hebt uitgekeken, blijkt ook soms best een beetje ‘mehh’ te zijn. Met vlagen een sleur. Je vraagt jezelf af: “waar the fuck ben ik eigenlijk mee bezig?”.  En ik ben hier om je te vertellen dat dat méér dan prima is.

 

Het Grote Aankloten is begonnen
Het gevoel dat je vastloopt in het leven omdat je nog niet dáár bent waar je denkt te moeten zijn. Geen idee hebben waar je wilt zijn. Überhaupt geen idee hebben waar je nú bent. Het zorgt ervoor dat we piekeren, plafonddiensten draaien als we in bed liggen en vervolgens met een knoop in de maag weer opstaan ‘s ochtends. Dan heb ik het niet eens over de druk die we voelen van de omgeving om ons heen. Het lijkt alsof de mensen om je heen hun schaapjes op het droge hebben (spoiler: hebben ze niet), jouw omgeving legt ook indirect druk op je. Als we een bingokaart zouden maken voor vragen als:
  • “En, wat voor werk doe je?”
  • “Wat voor werk ga je na je studie doen?”
  • “Wonen jullie nog niet samen?”
  • “Wanneer ga je trouwen?”
  • “Zijn jullie nog niet toe aan kinderen?”
dan zouden we binnen no-time onze kaart vol hebben. Het zijn stuk voor stuk vragen die een klap in je gezicht zijn, want je hebt namelijk géén idee en wordt ermee geconfronteerd dat je nog heel veel niet op orde lijkt te hebben. Líjkt. Want Het Grote Aankloten is begonnen, en daar moet je juist heel erg blij mee zijn.

Twijfelen, piekeren en op je bek gaan: it’s all in the game
“Hoezo zou ik blij zijn met het feit dat ik nog zo zoekende ben?” vraag je jezelf misschien af. Logisch ook, want we willen het liefste al dáár zijn waar we denken te moeten zijn. Zonder stil te staan bij alle fasen die misschien vervelend zijn, maar wel een wezenlijk onderdeel vormen van je ontwikkeling. Het aankloten en stuurloos zijn is precíes waar je twenties ook voor bedoeld zijn. Sterker nog: grote kans dat je ook in je dertiger jaren dit gevoel gaat hebben. Je moet proberen, dingen uitzoeken, verkennen, op je bek gaan en ‘verkeerde’ keuzes maken. Je moet twijfelen, soms wakker liggen van je gepieker, een paar keer flink janken als dat oplucht en je met vlagen onzeker voelen. Al die gevoelens, situaties, problemen en uitdagingen gaan je uiteindelijk vormen, en geloof me: ie-de-reen maakt dit mee. Ook diegenen waarbij het leven licht lijkt te voelen als een veertje, vallen ooit keihard naar beneden.

Niks is voor altijd
Sta je op het punt een lastige beslissing te maken? Dan kan het een enorme opluchting zijn door te beseffen dat niks voor altijd is. De studie die je hebt gekozen? Daar hoéf je niks mee te doen. Het werk wat je doet? Dat kán na een jaar niet meer bij je passen. De relatie waar je jezelf niet meer happy in voelt? Daar mág je uiteindelijk een einde aan maken. En ik zal het niet mooier maken dan het is: de beslissing die je maakt, kan ontzettend treurig zijn. Toch kan elke treurige beslissing uiteindelijk een uitkomst hebben die voor jou het allerbeste is. Anders gezegd: niet elke treurige beslissing heeft ook daadwerkelijk een treurige uitkomst. Probeer die dingen dus ook los van elkaar te zien, en wees vooral een beetje lief voor jezelf. Alle uitdagingen en obstakels waar je nu tegenaan loopt, zijn nou eenmaal een deel van het leven. 

 

Enne, het is misschien een dooddoener, maar wel super waar: nee zeggen tegen een ander, is ja zeggen tegen jezelf.