Met veel bewondering en respect kijk ik altijd naar naar Kamp van Koningsbrugge. In dat programma volgt een lichting gewone burgers een loodzware opleiding van de Special Forces, waarbij ze hun eigen grenzen opzoeken onder leiding van professionele instructeurs. Het vergt een ijzeren discipline en wilskracht om de opleiding te doorlopen: niet zo gek dat er maar een paar burgers de opleiding met succes afronden.

Stuk voor stuk vallen er cursisten af, omdat ze de fysieke en mentale uitdaging niet aankunnen. Dat is zuur, want heel eerlijk: we willen allemaal winnen. Die eindstreep halen. Als dat – om welke reden dan ook – niet lukt, voelt dat als een kleine deuk in je ego. En tóch hoeft dat zo niet te voelen. In een van de afleveringen van een vorig seizoen werd een cursist stevig toegesproken: hij deed niet genoeg zijn best en gaf niet álles. Instructeur Ray zei: “Je wilt het wel zijn, maar je wilt het niet worden.” Als dat niet zou veranderen, dan zou het avontuur voor hem ophouden.

Genoeg stof tot nadenken. Niet veel later kwam de cursist terug bij de instructeurs, en gaf hij aan ermee te willen stoppen. Hij had vooral focus gehad op het eindresultaat: zijn ego wilde die eindstreep halen, maar eigenlijk vond hij de weg ernaartoe vreselijk. Zijn conclusie: hij wilde het helemaal niet graag genoeg, en besloot het programma te verlaten. Een grote #faal? Allesbehalve. Hij leerde niet alleen zélf een grote les, maar ook de kijker. Vroeg of laat in ons leven willen we namelijk allemaal wel iets zijn, zonder het te worden. En heel vaak hangt dat samen met dromen, ambities en prestaties. 

Zelf wilde ik als kind altijd zangeres worden. Ik ben gek van muziek, kan vrij aardig zingen en droomde daarom van uitverkochte stadions en concerten. Ik zou hoe dan ook een beroemde zangeres worden, en kon niet wachten tot het zover was. Kleine disclaimer: it never happened. Pas na het lezen van ‘The subtle art of not giving a f*ck’ van Mark Manson (aanrader trouwens!) kwam ik erachter dat ik vooral verliefd was geweest op het eindresultaat. De uitverkochte stadions. Het applaus ontvangen. Beroemd zijn. Maar het harde werken, uren repeteren, avonden weg zijn, stapavonden skippen om mijn stem te sparen: dáár voelde ik niet zoveel voor. Ik wilde het zijn, maar ik wilde het niet per sé worden. Ik was verliefd op het eindresultaat, maar niet stapelgek op de weg ernaartoe. En precies om die reden ben ik geen professionele zangeres, en zal ik het ook nooit worden.

Dat klinkt super realistisch – en al helemaal niet sexy – maar gek genoeg geeft me zo’n inzicht juist heel veel rust. Ik vind het super tof om muziek te maken als vrijetijdsbesteding, maar daar blijft het gewoon bij. Door die druk bij mezelf weg te nemen (“ik moét hier later super succesvol in zijn”) kan ik ook veel meer genieten van de momenten dat ik met muziek bezig ben. 

Het werkt natuurlijk ook de andere kant op: als je iets écht heel graag wil – en daarvoor ook alle offers wil brengen – dan ga je daar vroeg of laat succesvol in zijn. In zo’n situaties maakt het ook niet uit hoe lang je ermee bezig bent of hoeveel uren je erin stopt: je krijgt er energie van, en er gaat in vuurtje branden binnenin jezelf. En precies dát is je allerbelangrijkste drijfveer. Het proces en de weg ernaartoe is daarmee vaak net zo belangrijk als het einddoel dat je wil behalen.

“Shit Marieke, is dit nou écht hoe het werkt?” Yep, shit just got real.

In je twentysomethings ga je op een punt komen dat je onderscheid moet gaan maken tussen dromen en passies waarbij je verliefd bent op het eindresultaat en dromen en passies waarbij er vooral intern een vuurtje bij je gaat branden. Los van welk eindresultaat dan ook. Het kan dus zomaar zijn dat je een studie volgt bij de Toneelschool, maar eigenlijk écht helemaal wild enthousiast wordt van de horeca. Super verwarrend, want je wilde toch een bekende actrice worden? Misschien dus niet. Misschien is dat helemaal niet waar je hart sneller van gaat kloppen. En dat is helemaal niet erg. Sterker nog, het is fantastisch als je – los van studies en scholing – iets vindt in je leven waar je écht energie van krijgt. Houd dat vooral vast, geef dat zaadje aandacht, liefde en een beetje water en kijk vooral waar het tot uitgroeit. Life happens while you’re busy making plans.

En misschien is dat wel de belangrijkste les in je twentysomethings.