“De mensen die hier werken, die hebben het leven goed voor elkaar.” Dat dacht ik altijd tijdens mijn stages bij (middel)grote bedrijven. Als student HBO Communicatie wist ik nog niet zo goed wat ik wilde doen na mijn studie, en ‘het werkende leven’ maakte best wel veel indruk op me. Dan zou het pas écht serieus worden, en moest ik ergens heel erg goed in zijn om fulltime te kunnen werken en verdienen. Ik wist alleen nog niet waar ik dan precies zo goed in was, en zolang ik student bleef hoefde ik daar ook niet over na te denken. Ik leefde van deadline naar project en van reflectieverslag naar presentatie. Mijn veronderstelling was dat ik tijdens mijn studie vanzelf wel zou ervaren wat ik zou willen met mijn werkende leven. Schijn bedroog. 

Toen ik eenmaal aan mijn scriptie begon, en de finish steeds dichterbij kwam, was ik er nog steeds niet aan uit. Wilde ik iets met marketing? Wilde ik bij een overheidsinstantie werken? Commerciële wereld, of toch non-profit? Moest ik niet eerst een jaar gaan reizen? Wilde ik nog verder studeren? Hoe lang moest ik überhaupt nog werken tot mijn pensioen? Na mijn HAVO had ik bewust een brede studie gekozen omdat mijn 17-jarige ik toen ook al geen flauw benul had. Nu kwam ik erachter dat ik 4 jaar lang een studie had gevolgd die me zó breed had opgeleid dat ik eigenlijk nog steeds niet écht ergens goed in was. Tenminste, zo voelde het voor mij. Dat maakte me onzeker, want wat had ik als onervaren groene meid nou toe te voegen aan een bedrijf?

Het studeren kwam me echter de neus uit, en met mijn 21 jaar besloot ik één ding: ik ga ‘gewoon’ fulltime werken en mijn ervaring opdoen in de praktijk. All it takes is one chance: er zou één bedrijf moeten zijn die potentie in mij ziet en me een kans wil geven, zo dacht ik.

En dat lukte.

Nog geen week nadat ik was afgestudeerd, startte ik aan een fulltime baan als online content specialist. Zo groen als gras was ik in een keer onderdeel van de mensen waar ik altijd zo naar op had gekeken als stagiaire. In het begin was dat vooral indrukwekkend, en ergens ook wel een beetje bad ass. Ik kreeg mijn eigen taken en verantwoordelijkheden, had ontelbaar veel meetings met collega’s en leerde de organisatie steeds beter kennen. Weken vlogen voorbij, en na een paar maanden had ik mijn draai gevonden. Mijn onzekerheid verdween met de weken, zeker omdat ik zo nu en dan wel degelijk iets waardevols had toe te voegen. Toch was het vooral één belangrijk inzicht wat me gek genoeg zelfvertrouwen gaf:

iedereen doét gewoon maar wat.

Ik zag het bij mijn directe en indirecte collega’s, ik zag het in meetings, ik zag het bij externe bureaus waarmee we samenwerkten: iedereen dééd maar gewoon wat. Dat ligt natuurlijk veel genuanceerder dan hoe ik het nu breng, want natuurlijk heeft iedereen zijn eigen tak van sport en een rugzak aan kennis en ervaring. Maar als puntje bij paaltje kwam, vaarde iedereen op zijn eigen gevoel en visie. Er was niet één standaard, niet één persoon met alle kennis van de wereld, niet één maatstaf waaraan gemeten werd. Het idee dat je ergens héél goed in moet zijn óf ergens kanonnen veel verstand van moet hebben om maar recht te hebben op die plek in de arbeidsmarkt, bleek helemaal niet waar te zijn. 

Hoe geweldig!

Een inzicht dat bij mij heel veel druk wegnam. Ik hoefde nog láng niet alles te weten en al helemaal geen marketing-veteraan te zijn om mijn visie te mogen delen. Dat gaf me de ruimte om te experimenteren en zaken in een ander daglicht te bekijken dan mijn collega’s. Iedereen deed immers maar wat, dus dat mocht ik ook doen. En dat gaf me een groot gevoel van vrijheid.

Er zouden nog heel veel gewaagde keuzes volgen in mijn twenty somethings (halló eigen restaurant!). Keuzes die spannend waren, onlogisch of risicovol. En er zullen waarschijnlijk nog heel veel keuzes volgen de komende jaren. Een ding weet ik in elk geval zeker: tot op de dag van vandaag heb ik geen enkele spijt gehad. Dus als je nou bijna bent afgestudeerd en twijfelt op welke vacatures je kunt solliciteren, niet weet welke (vervolg)studie je moet volgen of het liefst een tussenjaar zou nemen: volg je eigen koers en go for it. 

Iedereen doét namelijk maar gewoon wat – en dat is helemaal prima.